Eet- en drinkstoornissenbehandeling

Home | Stoornissen | Eet- en drinkstoornissen

Voor een drinkstoornissenbehandeling en de behandeling van eetstoornissen, kunt u terecht bij Logopediepraktijk Th. de Ridder in Oldenzaal. Onze logopedist heeft ervaring met de behandeling van verscheidene eet- en drinkstoornissen, waardoor wij u of uw kind zeker kunnen behandelen bij dit soort stoornissen.

Wat zijn eet- en drinkstoornissen?

De moeilijkheden met het eten en drinken ontstaan, doordat uw kind de spieren die nodig zijn bij het zuigen, afhappen van een lepel, bijten, kauwen en slikken niet onder controle heeft. Daardoor verslikt uw kind zich regelmatig en spuugt hij of zij veel. Soms krijgen kinderen daarom eten via een sonde, vaak als onderdeel van een drinkstoornissenbehandeling of de behandeling van eetstoornissen in Oldenzaal.

Negatieve invloed op de spraakontwikkeling

Gedurende de periode waarin uw kind sondevoeding krijgt, oefent uw kind zijn of haar mond- en tongspieren weinig. Dit is ongunstig voor de ontwikkeling van het zuigen, slikken, afhappen en kauwen, wat weer een negatieve invloed heeft op de spraakontwikkeling. Als de mond- en tongspieren niet goed bewegen tijdens het eten en drinken, is er een kans op problemen bij de vorming van spraakklanken. Bij het spreken gebruikt uw kind immers dezelfde spieren als bij het eten en drinken. Dat heeft weer een negatieve invloed op de spraakontwikkeling: als de mond- en tongspieren niet goed bewegen tijdens eten en drinken, is er kans op problemen bij de vorming van spraakklanken. Bij het spreken worden immers dezelfde spieren gebruikt als bij eten en drinken. Lees meer informatie over eet- en drinkstoornissen en over hoe onder meer een drinkstoornissenbehandeling of een eetstoornissenbehandeling eruit kan zien bij ons in Oldenzaal.

Wat de logopedist doet tijdens de eet- en drinkstoornissenbehandeling

Onze logopedist in Oldenzaal onderzoekt, tijdens de drinkstoornissenbehandeling of de behandeling van eetstoornissen, de totale motoriek en houding waarin het eten en drinken gegeven wordt. Hij of zij let op de aan- of afwezigheid van reflexen en doet onderzoek naar de spierspanning en de gevoeligheid van de mond. Tijdens de logopedische drinkstoornissenbehandeling en de behandeling van eetstoornissen in Oldenzaal gaat uw kind met behulp van de logopedist eventuele afwijkende reflexactiviteit tegen. Daarbij vermindert uw kind ook de gevoeligheid in en rond de mond én reguleert uw kind de spierspanning bij de mond. Dit heeft onder meer tot doel het gemakkelijkere en plezierigere verloop van het drinken en eten, aangepast op de mogelijkheden van uw kind. Bovendien zijn er positieve gevolgen voor andere bewegingen die met de mond worden gedaan, als uw kind zijn of haar mondmotoriek normaliseert, zoals spreken. Bij sondevoeding probeert onze logopedist, eventueel in samenwerking met andere disciplines, uw kind regelmatig een flesje of lepelvoeding te geven. Op deze manier traint uw kind zijn of haar mond- en tongspieren in onze praktijk in Oldenzaal tijdens een drinkstoornissenbehandeling of een behandeling voor eetstoornissen.

Het advies voor de ouders tijdens en na een drink- en eetstoornissenbehandeling in Oldenzaal

De logopedist van Logopediepraktijk Th. de Ridder adviseert ouders en verzorgers over de houding waarin en de wijze waarop u het kind het beste eten en drinken geeft. Deze adviezen zijn onderdeel van de behandeling van eetstoornissen of de drinkstoornissenbehandeling in Oldenzaal. In samenwerking met de ouders en eventuele andere hulpverleners zoekt onze logopedist naar geschikte hulpmiddelen. Deze middelen, zoals een aangepaste stoel, lepel of beker, vergemakkelijken het eten en drinken van uw kind.

Wilt u weten wat wij voor u kunnen doen?

De behandeling van psychomotore retardatie

De psychomotoriek is een verzamelnaam voor alle bewegingen die de psychische gesteldheid uitdrukken. Dit zijn gebaren, de gelaatsuitdrukking, de manier van bewegen en de manier waarop iemand spreekt. Soms verloopt de ontwikkeling van de psychomotoriek vertraagd; we spreken dan van psychomotore retardatie. De diagnose wordt vaak op zeer jonge leeftijd gesteld bij kinderen die zowel een lichamelijke als een geestelijke achterstand in de ontwikkeling hebben. Bij deze kinderen is vaak een eetstoornisbehandeling noodzakelijk om de ontwikkeling te ondersteunen.

Spraakproblemen bij kinderen

Bij psychomotore retardatie ontstaan verschillende problemen. Door verstoorde mondbewegingen kunnen zich bij uw kind problemen voordoen met eten en drinken. Uw kind bijt niet af of kauwt niet en drinken in een beker is vaak moeilijk. Problemen met de spraak- ent taalontwikkeling houden soms in dat uw kind de behoefte heeft u iets te vertellen, maar hiervoor de woorden niet kent. Soms begrijpt uw kind niet wat mensen in zijn of haar omgeving zeggen. Of praat uw kind wel, maar is uw kind onverstaanbaar. U als ouders herkent dan wel bepaalde klankcombinaties die het kind steeds herhaalt in bepaalde situaties. In sommige gevallen kan uw kind alleen met gelaatsuitdrukkingen iets aan de omgeving duidelijk maken. Als u deze problemen niet tijdig onderkent, ontstaan er bij uw kind wellicht gedragsproblemen en/of emotionele problemen. Het is dus belangrijk dat u zo vroeg mogelijk deskundige hulp bij eetstoornissen en slikproblemen inroept, waardoor er tijdig gestart kan worden met onder meer een drinkstoornissenbehandeling of eetstoornisbehandeling.

Wat onze logopedist voor uw kind met psychomotore retardatie doet

De logopedist uit onze praktijk onderzoekt de mondbewegingen, de manier waarop uw kind eet en drinkt, de spraak- en taalontwikkeling én de communicatiemogelijkheden van uw kind. Met dat laatste bedoelen wij de manier waarop uw kind contact maakt. Aan de hand van dit onderzoek begeleidt onze logopedist zowel uw kind als u, de ouders. Het oefenen van de mondbewegingen en van de spraak behoren hier vaak toe, evenals de stimulatie van de taalontwikkeling van uw kind. Ook geeft onze logopedist adviezen aan u, zodat u het eten en drinken zo goed mogelijk laat verlopen. Het resultaat van een logopedische drink- en eetstoornissenbehandeling bij ons, is dat deze eet- en drinkproblemen verminderen of verdwijnen. Zo uit uw kind zich toch goed met de mogelijkheden die uw kind heeft. Kinderen met de diagnose psychomotore retardatie komen vaak terecht in het speciaal onderwijs of gaan naar een kinderdagverblijf, waar meestal een logopedist aanwezig is voor de behandeling van eetstoornissen, of een drinkstoornissenbehandeling. Hij of zij is in staat op de juiste hulp bij slikproblemen en eetstoornissen te bieden of de problemen tijdig te herkennen.

De samenwerking tussen lichaamsonderdelen tijdens het eten en drinken

De mond gebruikt u om te spreken, eten en drinken. Een goede samenwerking tussen uw lippen, tong, kaken, gehemelte en keel is hiervoor noodzakelijk. De mond moet bij het eten en drinken voldoende openen en sluiten én het gevoel in en rond uw mond moet normaal zijn. De kaken vermalen het vaste voedsel en de tong transporteert het vocht of de voedselbrok naar de keel. Uw gehemelte sluit de neusweg af, waarna de slikreflex ervoor zorgt dat de voedselbrok of het vocht in de slokdarm terechtkomt. Tegelijkertijd sluit uw luchtpijp af, zodat verslikken wordt voorkomen. Via de slokdarm komt het voedsel uiteindelijk in de maag. Wanneer deze samenwerking niet goed is, kan de hulp van een eetstoornisbehandeling ervoor zorgen dat deze samenwerking wel goed verloopt.

Wat zijn slikstoornissen?

Na hersenletsel (bijvoorbeeld CVA, ongeval, tumor), een aandoening van het zenuwstelsel (bijvoorbeeld Parkinson, ALS) of na een operatie in het hoofd- en halsgebied kunnen er bij u stoornissen in het slikproces ontstaan. Daarbij loopt bijvoorbeeld speeksel of voeding uit uw mond, of blijft het voedsel in uw mond plakken. Ook kan vocht of voedsel teruggegeven worden via uw neus, of kunt u een voedselbrok niet goed doorslikken, omdat deze in uw keel blijft hangen. Tevens kan er vocht of voedsel in uw luchtpijp terechtkomen; meestal gaat dit gepaard met hevig hoesten en benauwdheid. Soms is het daarom noodzakelijk dat het eten via een sonde u wordt toegediend. Hierdoor kunnen stoornissen in het slikproces ontstaan. Daarbij loopt bijvoorbeeld speeksel of voeding uit de mond, of het voedsel blijft in de mond plakken. Ook kan vocht of voedsel teruggegeven worden via de neus; of een voedselbrok blijft in de keel hangen en kan niet goed worden doorgeslikt. Er kan ook vocht of voedsel in de luchtpijp komen; meestal gaat dit gepaard met hevig hoesten en benauwdheid. Soms is het daarom noodzakelijk het eten via een sonde toe te dienen. Om dit te voorkomen of te verhelpen is het inschakelen van hulp bij slikproblemen van groot belang bij kinderen, maar ook bij volwassenen.

De gevolgen van slikstoornissen

De gevolgen van slikstoornissen zijn soms van medische aard, bijvoorbeeld een longontsteking bij vaak en ernstig verslikken. Ook zijn sociale problemen het gevolg van slikstoornissen; denk u hierbij onder meer aan een restaurantbezoek.

Hoe onze logopedist uw slikstoornissen behandelt

Onze logopedist spoort met een uitgebreid slikonderzoek de oorzaak van uw slikstoornis op. Daarna stelt hij of zij vast in welke fase van het slikproces uw stoornis plaatsvindt. Het logopedisch onderzoek in ons gezondheidscentrum breidt zich, indien nodig, uit met een onderzoek door een kno-arts en/of een radioloog. Gedurende de behandeling verbetert onze logopedist verschillende bewegingen in het slikproces. Hiervoor zijn vele tong-, lippen- en gehemelte-oefeningen beschikbaar. Ook traint u tijdens de behandeling het slikken zelf. Onze logopedist geeft u advies over onder meer de samenstelling van uw voedsel. Daarnaast adviseert hij of zij ook op de manier waarop uw eten wordt aangeboden of toegediend, wat de beste slikhouding is en over eventuele aanpassingen in uw eet- en drinkgerei én bestek. De resultaten van de slikbehandeling zijn in grote mate afhankelijk van de ernst en aard van de stoornis. Sommige beperkingen blijven bestaan, waardoor een bepaalde voedselbereiding noodzakelijk blijft of u bepaalde voedingsmiddelen niet meer kunt slikken.

Afwijkende mondgewoonten en de negatieve gevolgen ervan

Onder afwijkende mondgewoonten verstaan wij gewoonten die negatieve gevolgen hebben voor uw gebitsstand, uw spreken en uw gehoor. Openmondgedrag, afwijkend slikken en duimzuigen zijn afwijkende mondgewoonten. De meeste mensen ademen door hun neus, tenzij de neusdoorgang onvoldoende is. Er zijn verschillende factoren die de neusdoorgang vernauwen. Verkoudheden en allergieën zijn hier voorbeelden van. Als u verkouden bent ademt u tijdelijk meer door de mond. Als dit mondademen blijft bestaan, terwijl uw neus weer doorgankelijk is, dan gebruikt u de neus nauwelijks én verslappen de mondspieren. Dit heeft verschillende gevolgen.

De gevolgen van mondademen

Bij mondademen droogt uw mond uit. Daardoor slikt u veel minder, waardoor u de buis van Eustachius, die de neusholte met uw oor verbindt, te weinig reinigt. De kans dat u een oorontsteking krijgt, neemt hierdoor toe. Een ander gevolg van mondademen is dat de tong laag onder in uw mond ligt. Als u dan slikt, perst u de tong tussen de tanden. Doordat de tong tijdens dit afwijkend slikken telkens tegen de tanden duwt, kunnen uw tanden scheef gaan staan. De tong kan niet alleen bij het slikken, maar ook bij het spreken tussen uw tanden komen. Slissen is dan het gevolg; het spreken wordt er onduidelijk van. Overigens komt afwijkend slikken ook voor als u gewoon door de neus ademt. Een andere afwijkende mondgewoonte is het duimzuigen. Het zuigen op een duim, vinger of speen is normaal bij een baby en peuter, omdat zij nog een grote zuigbehoefte hebben of omdat het veiligheid biedt. Daarna wordt het een gewoonte. De tanden groeien hierdoor scheef.

Wat doet onze logopedist?

Onze logopedist adviseert of en wanneer de behandeling nodig is én welke therapie het effectiefst is. Het is belangrijk dat mondademen bij kinderen zo vroeg mogelijk stopt, zodat terugkerende verkoudheden, oorontstekingen of andere gehoorstoornissen worden voorkomen. De behandeling richt zich vooral op lipsluiting. Onze logopedist geeft oefeningen die de spieren van de tong en lippen versterken, andere oefeningen bevorderen het ademen door de neus. Het afwijkend slikken hoeft pas na de wisseling van de voortanden aangepakt worden. Soms is het wenselijk als uw kind het duimzuigen vóór de wisseling van de voortanden afwent, omdat duimzuigen een nadelige invloed heeft op de gebitsontwikkeling. Bij kinderen voeren we deze behandeling op een speelse manier uit.

Logopedie Praktijk Th. de Ridder